De verrassende Middeleeuwen

Verrassingen

I. M. D.

Notitie van Willem Ruychrock in de marge van een handschrift

Dankzij de voortschrijdende digitalisering van Middelnederlandse handschriften en drukken is het nu mogelijk om teksten in de bron te lezen. Tot voor kort was dat praktisch onmogelijk. Men ziet je aankomen in de handschriftenkamer van de KB Den Haag als je je daar meldt met: Ik wil de Lancelotcompilatie lezen. Ze verwijzen je linea recta door naar de oude editie Jonckbloet of naar de nieuwe editie in staat van wording van onder anderen Bart Besamusca.

Toch kan ik het iedereen van harte aanbevelen, vooral studenten, om Middelnederlandse teksten in hun handschriftelijke of typografische bron te lezen. Dat is zó leerzaam. Al doende realiseer je je veel beter dat de Middelnederlandse literatuur toch vooral een voorleesliteratuur was. Naarmate je ervaring opdoet, kun je je gaan verplaatsen in de rol van de voorlezer en een imaginair publiek voor ogen nemen dat je aan het lachen of aan het huilen wilt maken.

Maar je kunt je ook identificeren met de zetters en de kopiisten van de boeken die je leest. Hoe was het om die tekst te schrijven dan wel te zetten?

In de facsimile-edities waarmee ik mij vroeger behelpen moest, waren de marges op de foto vaak weggelaten, merkte ik later toen ik die handschriften in het echt zag. In die marges staan soms dingen die je aan het denken zetten.

Neem nou hs. KB Den Haag 131 B 14, geschreven door Willem Ruychrock en voltooid op 4 juli 1462, met daarin de Reis van Jan van Mandeville. In de ondermarge van fol. 18v tekende Willem, zoals je op de afbeelding hierboven ziet.

Op de ‘banderol’ staat: “mijn leven lanc haer eyghen”. Het plaatje wordt grotendeels herhaald op fol. 56v. Boven deze spreuk staat:

    + j m d

Wat zou dit kunnen betekenen? Met de CD-ROM Middelnederlands en Google heb ik een middeleeuwse oplossing voor deze literaire rebus gevonden, een spreuk die van toepassing is op iedereen die zijn vak met liefde beoefent:

    † in minnen dienste

Willem Kuiper

Voor wie meer wil weten

De reis van Jan van Mandeville, naar de Middelnederlandse handschriften en incunabelen, vanwege de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden uitgegeven door N.A. Cramer. Leiden 1908, p. XXXIX-XLI.

Afbeelding

Den Haag, KB, Nationale bibliotheek, hs. 131 B 14 (voltooid op 4 juli 1462), fol. 18v.

Andere verrassingen