De verrassende Middeleeuwen

Verrassingen

Sanderijn, de valk en de uil

houtsnede van dame met uil

De afgebeelde vrouw is Sanderijn, het vrouwelijk hoofdpersonage in het toneelstuk Lanseloet van Denemerken. Zij wordt door haar minnaar verkracht en vernederd, maar uiteindelijk vindt ze toch nog een ridder die met haar wil trouwen. Met Lanseloet loopt het minder goed af: hij sterft van wroeging en liefdesverdriet.

Dit middeleeuwse toneelstuk was in de vroegmoderne tijd bijzonder populair zoals blijkt uit de vele herdrukken. De getoonde afbeelding is echter niet afkomstig uit zo’n herdruk maar uit Thuys der fortunen. Het betreft een ‘lotboek’ uit de vroege zestiende eeuw dat het best is te typeren als een gezelschapspel. Vooraan was op een windroos een papieren mannetje aangebracht waaraan je kon draaien. Dat bepaalde een windrichting en als je doorbladerde in het boek kwam je, telkens begeleid door korte rijmpjes, op basis van jouw windrichting terecht bij een sterrenbeeld, een maand, een bekende vrouw en uiteindelijk een mannelijke ‘waarzegger’ die de toekomst kon voorspellen.

Waaide de wind bij jou uit het noordwesten, dan kwam je via het sterrenbeeld Maagd bij de maand augustus en die verwees opnieuw door: ‘Sandrijn heeft haar lief verloren, wilt haar spraak aanhoren’. De woorden van Sanderijn zijn verrassend: ‘ik meende een valk te krijgen, maar het werd een uil in plaats daarvan’. De valk is natuurlijk een verwijzing naar Lanseloet. In het toneelstuk wordt tot drie keer toe de allegorie aangehaald van de boom waarvan een valk één bloemetje heeft geplukt (de verkrachting door Lanseloet). Een uil komt in het toneelstuk niet voor, maar deze vogel moet wel staan voor de ridder die met Sanderijn trouwt. De treurige blik van Sanderijn en de slechte reputatie van de uil in de zestiende eeuw – zinnebeeld van de mislukte minnaar die moeilijk aan een lief kan geraken – maken duidelijk dat het lot van deze jonge vrouw in de ogen van het toenmalige publiek allerminst te benijden was. Bijna had ze Lanseloet aan de haak geslagen en nu zat ze opgescheept met deze minkukel.

Remco Sleiderink

Voor wie meer wil weten

Beckers, J.J.M. Een tekst voor alle tijden: een onderzoek naar de receptiesituatie van de oudste overgeleverde versies van “Lanseloet van Denemerken”. Proefschrift Universiteit van Amsterdam 1993, 162-168 (paragraaf 10.6, ‘Receptiegegevens’).

Braekman, W.L. “Rethoricaal orakelboek op rijm”, Jaarboek De Fonteine 1980-1981, 5-36.

Houtsma, Jos. De stem en de pen. Het Hs. Weimar Oct 146 (het Zutphens Handschrift) en de veranderlijkheid van populaire liederen, in de zestiende eeuw en later. Proefschrift Radboud Universiteit Utrecht 2012, 271-280 (deel 3, hoofdstuk 6, ‘ZH 6, Het uilenliedje’).

Afbeelding

Thuys der fortunen ende dat huys der doot, Antwerpen: Jan van Doesborch, 7 februari 1518 [1519 n.s.]. Antwerpen, Museum Plantin-Moretus – UNESCO Werelderfgoed, collectie Prentenkabinet, R 4714, fol. B3r.

Andere verrassingen