De verrassende Middeleeuwen

Verrassingen

Een onverwachte vijand

ridder te paard valt slak aan met de lans

Wie of wat is de grootste vijand waartegen een middeleeuwse ridder het kan opnemen? Een formidabele ridder, of een vuurspuwende draak, of wellicht de Duivel zelf? Allemaal zeer respectabele suggesties, maar wellicht zien wij een andere (nog gevaarlijkere?) vijand van ridders over het hoofd. Opvallend genoeg is er namelijk een veelvoud aan handschriften overgeleverd waarin afbeeldingen voorkomen van ridders die in vol ornaat de strijd aangaan met slakken. Deze afbeeldingen zijn doorgaans te vinden in de marges van handschriften en daar met veel detail aangebracht door rubricators. Ze komen in handschriften van over heel Europa voor, dus het gaat beslist niet om de creatieve uitspattingen van een enkele kopiist. Maar waarom er nu juist met slakken gevochten wordt, is nog altijd een mysterie.

Sommige onderzoekers denken dat het om simpele middeleeuwse humor gaat, anderen dat de slakken symbool staan voor de Lombarden of sociale onderdrukking, en weer anderen dat de slak dient om de lezer te herinneren aan de onvermijdelijkheid van de dood (als een verwijzing naar Psalm 58:8, waarin een smeltende slak vermeld wordt). Vanuit een literair oogpunt is het goed denkbaar dat de slak als satire bedoeld is en de spot drijft met de vele vijanden waartegen ridders vechten in de overvloed aan avonturen in de ridderromans. Deze zee aan interpretaties toont aan dat de curieuze fascinatie van de middeleeuwers voor vechtende slakken ook de moderne onderzoekers heeft weten te prikkelen. Het laatste woord is ongetwijfeld nog niet gezegd, maar totdat het zover is kunnen we enkel hopen dat er nog meer handschriften met deze glibberige gevaren opduiken.

Jelmar Hugen

Voor wie meer wil weten

Wie meer wil lezen over ridders versus slakken, zie Randall, Lilian. “The Snail in Gothic Marginal Warfare”. Speculum, 37, no. 6, 1962, 358-367.

Afbeelding

Latini, Brunetto. Li Livres dou Tresor. London, British Library, Yates Thompson 19, fol. 65r.

Andere verrassingen